Smalle weegbree, Plantago lanceolata L., hoort tot de Weegbreefamilie. Het is een overblijvende plantensoort. De grootte van de plant kan sterk verschillen, maar ze kan tot maximaal 50 cm hoog worden.
Smalle weegbree, Plantago lanceolata L., hoort tot de Weegbreefamilie. Het is een overblijvende plantensoort. De grootte van de plant kan sterk verschillen, maar ze kan tot maximaal 50 cm hoog worden.
Het SILAM model (System for Integrated modeLling of Atmospheric composition) is op het gebied van pollen één van de belangrijkste modellen en is afkomstig van het Finse Meteorologisch Instituut (FMI).
Onderzoeker Michiel Stas heeft onderzoek gedaan naar de invloed van een groene omgeving op de fysieke en geestelijke gezondheid van mensen met een pollenallergie in België.
Onderzoekers van het Belgische KMI hebben in 2018/2019 onderzoek gedaan naar de concentratie berkenpollen in België.
De groep der Grasachtige planten omvat een drietal grote families, die zich kenmerken door onopvallende bloemen en lange, smalle, 'grasachtige' bladeren. Het zijn de Russenfamilie, de Cypergrassenfamilie en de Grassenfamilie. Veruit de grootste familie is die der Grassen (Poaceae) waartoe o.a. ook onze graansoorten en weidegrassen behoren. Ze hebben ronde, holle en op de knopen verdikte stengels (bron: Flora van Nederland).
Ruwe berk of Betula pendula is een in Nederland zeer veel voorkomende boomsoort die te vinden is in vrijwel alle loofbossen op voedselarme bodem. Ook is het een opvallende boom, vaak alleenstaand, op heidevelden. Kenmerkend zijn de wat ruw aanvoelende twijgen, de oudere takken en stam die een witte bast dragen, de eirond-ruitvormige bladeren, met een dubbel gezaagde rand.
Zwarte els of Alnus glutinosa, is een veel voorkomende boomsoort. Overal waar voldoende vocht aanwezig is, langs waterkanten, beek- en rivieroevers, broekbossen en moerassen kunnen we deze boom aantreffen.
Onderzoeker Marcel Polling is gespecialiseerd in pollen én DNA, dit levert bijzonder interessante mogelijkheden op. Hieronder enkele vragen over zijn onderzoek.
Het SILAM model (System for Integrated modeLling of Atmospheric composition) is op het gebied van pollen één van de belangrijkste modellen en is afkomstig van het Finse Meteorologisch Instituut (FMI).
Niet alleen patiënten, artsen en archeologen zijn geïnteresseerd in pollen. Ook rechercheurs en rechters krijgen er soms mee te maken, niet omdat ze er allergisch op reageren, maar als onderdeel van de bewijslast bij misdaden. Een aantal vragen aan de heer Stefan Uitdehaag, forensisch onderzoeker bij het deskundigheidsgebied Niet Humane Biologische Sporen van het Nederlands Forensisch Instituut. Hij heeft Palynologie gestudeerd aan de Universiteit van Utrecht en draagt met zijn kennis van pollen bij aan het oplossen van allerlei soorten strafzaken.
Na een tijdje proefdraaien wordt op 22 mei in het Duitse Beieren een bijzonder netwerk geopend van een achttal volautomatische pollentellers. Een aantal vragen aan onderzoeker Jeroen Buters van het ZAUM instituut in München dat nauw betrokken is bij het ontwikkelen van dit unieke netwerk.