1. Hoe kun je Ambrosia herkennen?
Alsemambrosia of Ambrósia artemisiifólia L. hoort tot de Composietenfamilie. De soort is uitzonderlijk in die zin dat ze geen fraai gekleurde bloemhoofdjes bezit zoals de meeste composieten of Asteraceae. De bloemen zijn namelijk piepklein en de bestuiving vindt plaats via de wind. Dat is tamelijk uitzonderlijk in deze familie.
De bloemen die mannelijk bloeien en enorme hoeveelheden pollen produceren en vrijgeven aan de lucht zijn te vinden in een trosvormige bloeiwijze die uit een groot aantal naar beneden hangende hoofdjes bestaat. Pollen kan daardoor gericht naar beneden vallen, ook als er geen wind is die de pollen mee kan nemen naar een vrouwelijk bloeiend hoofdje. De hoofdjes met vrouwelijke bloemetjes staan helemaal onderin de tros. Ze vallen op door hun relatief lange stempels waarmee het naar beneden vallend pollen kan worden opgevangen. Op die wijze komt de bestuiving en bevruchting tot stand en groeien de vruchtbeginsels uit tot eivormige nootjes van zo'n 2-3 mm die aan de bovenzijde een kroontje hebben van tanden. Met die tanden kunnen ze in de vacht van dieren blijven hangen en zodanig worden verspreid. Het zaad blijft zo'n veertig jaar kiemkrachtig.
De stengel van de Alsemambrosia is aanvankelijk groen van kleur en zacht behaard. Naarmate de plant ouder wordt, kan de stengel later verkleuren tot roodbruin. Vooral als de plant in de zon staat. In volwassen staat kan de eenjarige plant tot 150 cm hoog worden.
De bladeren zijn dubbelveerdelig, maar als de plant tot een fors exemplaar uitgroeit kunnen er ook driedubbelveerdelige bladeren ontstaan. Onder in de plant staan de bladeren tegenover elkaar aan de stengel, maar hogerop in de plant staan de bladeren verspreid. De bladeren zijn aan boven- en onderkant groen van kleur. Ze zijn ook zacht behaard.
Zelf planten leren determineren? Op de website www.floradetermineren.nl kun je spelenderwijs planten leren herkennen op basis van specifieke kenmerken.
2. Wat maakt de Ambrosia zo’n vervelende plant voor hooikoortspatiënten in vergelijking met bijvoorbeeld de Bijvoet?
Daar ga ik een tweeledig antwoord op geven, want enige nuance is daarbij vereist. Allereerst met betrekking tot de Bijvoet. Deze plantensoort, ook een composietensoort die van windbestuiving afhankelijk is, staat overal in Nederland en vaak in grote hoeveelheden. Het is een heel algemeen inheems kruid. Dat is goed zichtbaar als je het verspreidingskaartje op het plantenpaspoort van Flora van Nederland bekijkt. Daarbij moet je bedenken dat het pollen van Bijvoet sterk allergeen is en dat er derhalve honderdduizenden mensen op reageren met hooikoortsachtige klachten.
Pollen van de Alsemambrosia is zeer sterk allergeen. Dus kan dat pollen veel meer mensen hooikoortsachtige klachten bezorgen. Maar -gelukkig- is de verspreiding van Ambrosia in Nederland nog niet zo wijd verbreid als die van Bijvoet. Ook dat is te bekijken met het verspreidingskaartje op het plantenpaspoort van de Alsemambrosia op Flora van Nederland. Het probleem met de Ambrosia is, dat de soort zich vanuit de vele hotspots waar de soort al staat verder kan verspreiden over het land. Hoewel het geen inheemse soort is, zijn de milieu-omstandigheden voor de Ambrosia gunstig in Europa en zeker ook in Nederland als het warmer wordt. Dat willen we voorkomen, want als dat zou gebeuren, leidt dat tot veel extra lijden aan hooikoorts.
verspreidingskaartjes: Flora van Nederland
3. In welke soort plantgemeenschappen kom je de Ambrosia vooral tegen?
De plekken waar je Ambrosia in grotere aantallen kunt aantreffen zijn vooral de meer ruderale plantengemeenschappen. Dat zijn de gemeenschappen die goed gedijen op verwaarloosde plekken waar behoorlijk wat minerlen in de bodem zitten. Denk aan verruwde wegbermen, randen van veldwegen, hondenuitlaatplekken, verlaten fabrieksterreinen, stenige plekken waar het warm wordt door de zonneinstraling en verder in tuinen, waar mensen bijvoorbeeld in de winter vogeltjes hebben bijgevoerd met vetbollen met zaden erin. Gelukkig is het nu verboden om in dat soort vogelvoer nog Ambrosiazaden te verwerken. Tenslotte zijn ook akkerpercelen plekken waar Ambrosia het goed kan doen. Het is dan ook nog een vervelend onkruid, omdat bijvoorbeeld bij het ploegen stukken van de planten worden verspreid over het terrein die dan weer wortel kunnen schieten. Hoewel Ambrosia in beginsel een eenjarige soort is, kan ze zo meerdere jaren achter elkaar, mede door zaadzetting, landbouwpercelen beïnvloeden.
4. Heeft de Ambrosia lokaal veel concurrentie van andere soorten?
Het lijkt erop, gezien het jaarlijks monitoren van een hotspot door Flora van Nederland, dat een dichtgegroeide mat van kruiden, zoals Zilverschoon en Vijfvingerkruid, de kieming van Ambrosiazaden kan onderdrukken, maar dan moet zo’n gesloten kruidenmat wel stand blijven houden. Of dat betekent dat je Ambrosia lokaal op die manier overal zou kunnen onderdrukken, is echtyer de vraag. Vooral omdat ruderale terreinen vaak z’n gesloten kruidenlaag missen en veelal open stukken tussen de vegetatie te vinden zijn.
5. Het pollen van de Ambrosia is zeer klein in vergelijking met het pollen van andere soorten bomen en planten heeft dit nog consequenties op het gebied van de mogelijkheden om contact met het pollen te beperken?
Ik vrees juist het tegendeel: doordat het pollen zo klein is én omdat de plant enorme hoeveelheden pollen afgeeft, ik heb wel getallen gezien van een miljoen pollen van één bloeiende Ambrosia, kan het pollen bij droog en winderig weer door de wind gemakkelijk verspreid worden en dus mensen bereiken die er op kunnen reageren. Ik beschouw de jaarlijkse campagne om Ambrosia te herkennen en de groeiplaatsen te inventariseren en door te geven aan Waarneming.nl en de Nederlandse Voedsel- en Waren- Autoriteit, zodat terreineigenaren waar Ambrosia staat maatregelen kunnen nemen (Ambrosia bestrijden dus), vooralsnog als de beste methode om deze invasieve exoot, die veel ellende kan veroorzaken, onder de duim te houden en liefst uit te roeien.
Een 3D-model van het pollen van Ambrosia is op deze pagina te vinden >>
6. Europese kaart Ambrosia prognose, vandaag om 12:00 uur.
Het SILAM model (System for Integrated modeLling of Atmospheric composition) is op het gebied van pollen één van de belangrijkste modellen en is afkomstig van het Finse Meteorologisch Instituut (FMI). Naast o.a. grassen, Berken en Bijvoet maakt dit model ook een verwachting van de pollendruk door Ambrosia.
7. Ambrosia in de rest van de wereld
Verspreidingskaart van Ambrosia van discoverlife.org een soort waarneming.nl maar dan wereldwijd. De plant is met name in Noord Amerika een probleem voor hooikoortspatiënten én akkerbouwers. De plant wordt namelijk ook gezien als een hardnekkig onkruid.